Antidepressiva

Antidepressiva zijn medicijnen die worden ingezet om depressieve klachten te verminderen. Dit kan zijn in tablet vorm, capsules of vloeibare vorm. Dit type medicijn heeft effect op neurotransmitters serotonine en noradrenaline, die betrokken zijn bij de regulatie van stemming en emoties.

Volgens onderzoek zorgt een tekort van neurotransmitters voor depressiviteit. Een exacte oorzaak is erg complex. Meerdere factoren, waaronder genetische-, sociale- én omgevingsfactoren, spelen hierbij een rol.Dit verschilt dus ook van persoon tot persoon. 

De werking van antidepressiva

In je hersenen zijn een heleboel chemische boodschappers (neurotransmitters) actief die er voor zorgen dat informatie van het ene deel naar het andere deel van je hersenen wordt gezonden. Twee neurotransmitters die invloed hebben op je stemming en emoties zijn serotonine en noradrenaline. Antidepressiva werken in op deze neurotransmitters. 

Wanneer er een tekort is aan deze stoffen of ze niet actief (genoeg) tussen de hersencellen aanwezig zijn, kunnen depressieve klachten ontstaan. Antidepressiva zorgen ervoor dat tekorten aan serotonine en of noradrenaline worden aangevuld en de stoffen langer als ‘boodschapper’ actief blijven.

Wat de oorzaak is van een tekort aan serotonine of noradrenaline is niet precies bekend, ieders brein functioneert verschillend. Omdat elk type antidepressiva een iets ander werkingsmechanisme heeft is het dan ook moeilijk te voorspellen welk antidepressivum effectief is voor welke gebruiker. Soms is het een kwestie van verschillende middelen uitproberen om er achter te komen welke voor jou voldoende effectief werkt. 

Antidepressiva werkt niet meteen. Je hersenen hebben namelijk 4 tot 6 weken nodig om te wennen aan het medicijn. Wanneer de medicatie geen effect geeft in deze periode is het raadzaam om contact op te nemen met de arts die het medicijn heeft voor geschreven.

Het is van belang om regelmatig de functie van de medicatie te evalueren zodat de werking optimaal blijft. Wanneer de medicatie niet meer nodig is is het raadzaam om de medicatie af te bouwen. Vaak word er gekozen om ongeveer 9 maanden na de klachten de medicatie nog te blijven gebruiken, zodat er meer zekerheid ontstaat voor een beter herstel. 

Als iemand bekend is met manisch-depressiviteit ofwel bipolaire stoornis mag niet zo maar een antidepressivum worden voorgeschreven. Wanneer een antidepressivum zonder stemmingsstabilisator (zoals lithium) wordt gegeven kan dit een manische episode uitlokken.

Soorten antidepressiva

• SSRI’s: selectieve serotonine heropname remmers
• SNRI’s: serotonine-norepinefrine heropname remmers
• MAO-remmers: mono-amino-oxidase-remmers
• TCA’s: tricyclische antidepressiva

Alle antidepressiva zijn er op gericht het evenwicht van serotonine en noradrenaline (ook wel norepinefrine genoemd) in de hersenen te herstellen. Het verschil tussen de typen zit hem vooral in het werkingsmechanisme: de manier waarop ze dit evenwicht proberen te herstellen. Dat kan bijvoorbeeld door te voorkomen dat neurotransmitters te snel worden afgebroken (MAO-remmers), of door er voor te zorgen dat ze langer tussen de hersencellen actief blijven (SSRI’s).

Omdat SSRI’s over het algemeen de minste bijwerkingen opleveren zijn deze meestal eerste keus, gevolgd door een TCA. MAO-remmers worden in principe alleen toegepast als alle andere middelen niet effectief blijken te zijn. Wie MAO-remmers slikt moet namelijk een dieet volgen en bepaalde voedingsmiddelen vermijden. Ook kunnen MAO-remmers in combinatie met een ander medicijn (waaronder SSRI’s, TCA’s en bepaalde pijnstillers) een levensgevaarlijke interactie opleveren. MAO-remmers krijg je dus alleen voorgeschreven als je arts er zeker van is dat je je aan de bijkomende eet- en leefregels kunt houden.

SSRI: selectieve serotonine heropname remmers

SSRI’s worden ingezet bij behandeling van depressieve stemmingsklachten, maar ook bij angst-, paniek- en dwangklachten. Onderstaande medicaties zijn voorbeelden van de meest gebruikte SSRI’s. Ze zijn geordend met hun werkzame stof, de merknaam staat tussen haakjes.

  • fluoxetine (prozac)
  • fluvoxamine (fevarin)
  • paroxetine (seroxat)
  • sertraline (zoloft)
  • citalopram (cipramil)
  • escitalopram (lexapro)
  • venlafaxine (efexor)

SNRI: serotonine-norepinefrine heropname remmers

SNRI’s lijken qua werking op SSRI’s. Ze worden gebruikt bij de behandeling van depressie en chronische pijn. Onderstaande medicatie zijn voorbeelden van SNRI’s. Ze zijn geordend met hun werkzame stof, de merknaam staat tussenhaakjes.

  • venlafaxine (efexor)
  • duloxetine (cymbalta)
  • reboxetine (edronax)

TCA: tricyclische antidepressiva

TCA’s worden ingezet bij de behandeling van depressie, paniek- en dwangklachten en migraine. TCA’s werken gemiddeld binnen twee tot vier weken en behoren tot de oudere generatie medicijnen. TCA’s hebben hierdoor in het algemeen meer bijwerkingen dan ander type antidepressiva. Onderstaande medicatie zijn voorbeelden van TCA’s. Ze zijn geordend met hun werkzame stof, de merknaam staat tussenhaakjes.

  • clomipramine (anafranil)
  • desipramine (pertrofran)
  • dosulepine (Prothiaden)
  • doxepine (sinequan)
  • imipramine (tofranil)
  • maprotiline (ludiomil)
  • amitriptyline (tryptizol)
  • nortriptyline (nortrilen)

MAO-remmers: mono-amino-oxidase-remmers

MAO-remmers behoren ook tot de oudere generatie medicijnen. Ze worden niet vaak voorgeschreven omdat ze gevaarlijke bijwerkingen kunnen opleveren in combinatie met bepaalde voedingsproducten en andere medicatie. Toch kunnen MAO-remmers voor sommige mensen wel heel effectief zijn, mits ze veilig worden ingenomen. Ze hebben een ander werkingsmechanisme dan SSRI’s en SNRI’s en kunnen hierdoor een uitkomst bieden als deze typen medicatie geen effect opleveren.

MAO-remmers worden gebruikt indien alle andere antidepressiva geen resultaat hebben opgeleverd, iemand zich strikt aan het bijbehorende dieet kan houden en geen andere antidepressiva tegelijkertijd gebruikt.
In Nederland worden de volgende twee middelen voorgeschreven:

  • nardil (fenelzine )
  • parnate (tranylcypromine)

Voedingsadviezen bij MAO-remmers

MAO-remmers verhinderen de afbraak van tyramine, een stof die betrokken is bij de bloeddrukregulatie. Hierdoor kan een te hoge concentratie tyramine in het bloed ontstaan, waardoor de bloedvaten vernauwen en de bloeddruk stijgt. Wanneer iemand die MAO-remmers gebruikt iets eet of drinkt dat van nature veel tyramine bevat, kan dit tot een bloeddrukstijging leiden. Een zeer snelle stijging van de bloeddruk kan een hersenbloeding veroorzaken en levensbedreigend zijn. De belangrijkste symptomen van een veel te snelle bloeddrukstijging zijn: plotseling heftige hoofdpijn en hartkloppingen. Minder vaak gaat het ook gepaard met misselijkheid, braken, transpireren en nekstijfheid.

Om te voorkomen dat zo’n bloeddrukstijging ontstaat moet iemand die MAO-remmers gebruikt zich aan een ‘tyraminebeperkt dieet’ houden. Wanneer iemand zich hier goed aanhoudt is de kan op bloeddrukproblemen nihil.

Van nature komt tyramine veel voor in eitwitrijke producten zoals melk, yoghurt, boter, kaas, vlees, vis, eieren, gistproducten en gefermenteerde sojaproducten. Tyramine komt weinig voor in verse eiwitrijke producten, het zit vooral in producten die al langer gebruikt worden en gemakkelijk kunnen bederven.

Bekijk deze site voor een uitgebreid voedingsadvies bij het gebruik van MAO-remmers. 

Meest voorkomende bijwerkingen van verschillende antidepressiva:

SSRI: misselijkheid en braken, slapeloosheid, trillerigheid (tremor) en seksuele problemen
SNRI: hetzelfde als SSRI’s, kunnen daarnaast hoge bloeddruk veroorzaken
TCA: droge mond, wazig zicht, duizeligheid, gewichtstoename en constipatie
MAO-remmer: duizeligheid, droge mond, constipatie, slapeloosheid, gewichtstoename

Drugsgebruik in combinatie met antidepressiva wordt sterk afgeraden.

 Ze ontregelen dezelfde neurotransmitters waar antidepressiva op inwerken waardoor allerlei klachten kunnen ontstaan. Sommige antidepressiva vertragen de afbraak van bepaalde drugs in de lever, waardoor stoffen te lang en in te hoge concentraties in je lichaam aanwezig blijven.

Met name het gebruik van pepmiddelen zoals speed, cocaïne en xtc is niet zonder risico’s en sterk af te raden. Deze middelen verhogen de hoeveelheid serotonine in de hersenen, wat kan leiden tot serotoninevergiftiging. Symptomen van een serotoninevergiftiging zijn onder andere hartritmestoornissen, verhoogde bloeddruk en oververhitting. In het ergste geval leidt dit tot een hersenbloeding, hartstilstand en/of de dood.

Het is dus heel belangrijk om te weten wat de cliënt gebruikt en of je de juiste medicatie gebruikt bij zijn of haar ziektebeeld. 

De piekerpil